Tijd om even de kwaliteiten van het meest merkwaardige openbare radiostation van België onder de aandacht te brengen. Ik heb zes voorgeprogrammeerde zenders in de wagen en Classic 21 is het enige station naast Studio Brussel en Radio 1 waar ik regelmatig eens langs ga. Een echt anachronisme is het, wat onze Waalse vrienden hier presteren: een doorgedreven focus op 'all things rock', met een zware klemtoon op spullen die twintig, dertig jaar oud zijn. Je hoort er dingen die je nergens anders hoort. Ooit presteerden ze het, ter gelegenheid van de zoveelste verjaardag van Dark Side of the Moon, om een hele plaatkant te draaien, zonder pauze. Enkele dagen terug ben ik nog met opzet vijf minuten in mijn stilstaande wagen blijven luisteren, om toch maar te horen welke song ze nu weer draaiden (het was een onvoorstelbaar nummer van Todd Rundgren). Natuurlijk durven ze bij de programmatie al eens de absolute klassiekers van de rock boven te halen. Nog maar eens "(I Can't Get No) Satisfaction" of "Layla" of "Stairway to Heaven", dan zap ik meteen verder. Maar voor 't zelfde geld is het goed raak, en sta je geïntrigeerd te luisteren naar een trouvaille. Qua muzikale opvoeding, om dingen bij te leren en om je geheugen op te frissen, is er geen beter radiostation. Zo slaagt Classic 21 er ook soms in om me aangenaam te verrassen, zelfs te ontroeren, met een afgestofte parel van lang geleden. Vorige week kreeg ik zo plots, onvoorbereid en out of the blue, de meest epische, avontuurlijke track uit vier albums Jon & Vangelis voorgeschoteld: de 12 minuten durende titelsong van hun tweede plaat, "Friends of Mr. Cairo". Een song waarin de twee artiesten op onnavolgbare wijze de sfeer van de gangsterfilms uit het Hollywood van de jaren veertig evoceren, inclusief verwijzingen naar Mickey Spillane, Jimmy Stewart, James Cagney, Maureen O' Sullivan, Douglas Fairbanks en Clark Gable. De song start met een fictieve Bonnie-en-Clyde-achtige dialoog uit een gangsterfilm. Man: "Okay... this is the picture... Johnny’s been hurt... he's hurt bad." Vrouw: "But we can't leave him here... we can't... look he's in a pool of blood... he's going to die." Man: "We gotta leave him honey... he won't talk... I promise you that... will you Johnny." Vrouw: "I don't care whether he talks or not... I just can't leave him here like this." Man: "Listen we got 3 million... listen Spot... we got 3 million in the can here... we'll look after him... I'll send the bird to his mother... come on lets just get out of this place... we can do it." Na
een eerste uptempo gedeelte van goed 5 minuten wordt de song stilgelegd, om in het tweede deel een erg poëtische, hoofdzakelijk door Anderson gedragen wending te nemen. Helemaal achteraan komt een fictief gangsterpersonage terug aan het woord: "Listen – I have arranged Mr Spearful for all of you people to... to come here this evening – and I... I know you have been searched but what you... you don’t realise is that in the back of it the Maltese Falcon is hheeaavvyykkknn...", waarna je hoort hoe het celluloid van de filmspoel rolt - meteen het einde van het nummer. Een song die je moet horen om 'm te geloven.
Labels: Jon and Vangelis