TVDW 26/03/2006 - Rainbow - A light in the black (1976)
Eindelijk, waar blééf die foute hardrock dan toch? Wel, zie hier en 't is meteen een flinke kluit: ruim 8 minuten vintage stuff uit de oude doos. Het voorbije weekend stond dan ook, met dank aan mister Gillis (Maryland calling!), grotendeels in het teken van een muzikale trip down memory lane (helemaal terug tot zelfs het "Beatles '65" album!). Maar deze TVDW is natuurlijk andere koek. Blackmore liet Deep Purple midden jaren zeventig versplinteren en startte Rainbow op met Ronnie James Dio, de rattenkop met een van de meest bepalende stemmen uit de hardrock (... die ook "Love is All" van Roger Glover inzong - zie midden op de foto). Met Dio als tekstschrijver naast zich vond Blackmore zijn dada: lange songs die je onderdompelen in een wereld van heksen, middeleeuwse kastelen, draken en druïdes... Het zou een voorbode zijn of things to come, want Na Rainbow (en een kortstondige terugkeer naar Deep Purple) zou Blackmore's Night ontstaan, een raar project waarin Blackmore en zijn vrouw Candice Night een bizar soort van renaissance--folk-hardrock in het leven roepen (om te lachen met de vlindertjes: check de zweverige website www.candicenight.com). Terug naar "Rising", dat memorabele tweede album van Rainbow, opgenomen in de befaamde Musicland Studio in München in een productie van de hardrock producer bij uitstek: Martin Birch (zie ook Sabbath, Purple, Whitesnake en de beste Iron Maiden-albums). Raar hoe het geheugen werkt: Rising hoorde ik meer dan vijftien jaar terug voor het laatst, maar dit weekend herkende ik meteen hele lappen muziek bij herbeluistering van de remastered version. Het album opent met een lange synth-intro die wel een doorslag lijkt van "Fly Like An Eagle" (Steve Miller Band) waarna Blackmore zijn Strat laat galopperen doorheen "Tarot Woman". Het zesde en laatste nummer is de echte klepper van de plaat; vooral in de instrumentale break van drieënhalve minuut ontbindt de groep al haar duivels. Ingrediënten: vette synths, het soort van donderende drumwerk (courtesy of de intussen overleden Cozy Powell - zie rechts op de foto, we zagen hem ooit nog live aan het werk in Leffinge, in de bluesband van Peter Green!) waarvoor de Britten het adjectief 'ferocious' uitvonden, en évidemment het onvergelijkbare melodieuze soleerwerk van Blackmore. This is the stuff that separates the boys from the men.
Labels: Black Sabbath, Cozy Powell, Deep Purple, Iron Maiden, Peter Green, Rainbow, Ritchie Blackmore, Roger Glover, Ronnie James Dio, Whitesnake