Stel, je gaat naar een concert van een Amerikaanse gitaarheld - iemand die best wel enkele voetnoten in de rockgeschiedenis schreef en intussen wat dan heet een 'cultstatus' heeft verworven. Dan horen daar bepaalde geplogenheden bij. Je neemt je wagen naar pakweg Brussel, Antwerpen, Gent, je betreedt de zaal, de PA zwijgt en de lichten doven, de man komt op, applaus, spelen, applaus en meer applaus, de bissen, dat soort dingen.
Afgelopen woensdag bleken de spelregels enigzins anders. Ik reed richting Moerbeke-Waas, niet bepaald het epicentrum van grote rockconcerten, waar ik bij een doodgewone woning langs de tuin een doodgewone living betrad, waar ik voor één euro zelf een pintje uit de bak kon nemen. De Amerikaanse gitaarheld in kwestie? Die stond drie meter van me een sandwich te smeren in de keuken, hij baande zich nadien een weg tot aan de andere kant van de living en hij begon te spelen. Na zowat een uur stopte de man, hij stapte tussen de stoelen door richting keuken, tot iemand zei "One more, Chuck?". Toen draaide hij op zijn hielen, keerde terug richting microfoon en speelde er nog eentje. Het publiek vond het geweldig. En als ik goed geteld heb, bestond dat publiek uit 25 man.
Prophet heeft veel gemeen met Steve Wynn. Ze maakten beiden deel uit van de Paisley Underground muziekstroming, schreven een song samen (Look Both Ways - versie CP op Brother Aldo, versie SW op Fluorescent) en zijn grofweg ook hetzelfde soort van songschrijvers. Knappe verhalenvertellers met een voorliefde voor Americana, film noir, tongue in cheek verwijzingen naar popcultuur en zelfs baseball. Prophet schreef er een song over op zijn net verschenen nieuwe cd, Wynn schreef zelfs twee volledige albums over de sport.
Net als Wynn is Prophet ook een groot muziekliefhebber, iemand die Bacharach & David live kan brengen, die vorig jaar nog het hele London Calling van The Clash naspeelde, maar net zozeer gek is op Philly Soul. En om het touren te vergemakkelijken, doet Prophet een Wynn'eke - door zijn vrouw als vaste muzikante mee te nemen. Ik had me trouwens wat beter moeten voorbereiden: google leert me net dat Chuck een nummer schreef samen met mijn Grote Held, Peter Wolf, en dat hij ooit te gast was op de tv-show van Mijn Andere Grote Held, Daryl Hall. Damn, dat ik hem daar niets over gevraagd heb, toen we na het concert even een korte babbel hadden in dat keukentje, daar in Moerbeke-Waas.
Over dat concert nog: het was, naast de songs, ook genieten van de vermakelijke anecdotes. Over platen opnemen in Mexico City, over het eerste pornotheater in de VS en over Ryan Adams. Met die laatste deel ik blijkbaar een voorliefde voor New Year's Day als favoriete Chuck Prophet-song. Meteen dacht ik, toen hij na het verhaaltje de song inzette, mijn tvdw vast te hebben. Helaas, halverwege vergat hij de tekst, wat zorgde voor een behoorlijk lullig abrupt einde. Dan maar de andere track uit "Homemade blood" die hij woensdag speelde, Whole lot more. "Homemade blood" als een van de beste gitaarplaten van de jaren negentig omschrijven, is misschien net wat overdreven, maar uit het jaar 1997 kwamen er alleszins weinig betere.
Labels: Chuck Prophet, Daryl Hall, Green On Red, Peter Wolf, Steve Wynn