Hoe zou INXS geklonken hebben, mocht Michael Hutchence nog leven? Ik vraag het me wel eens af. Om twee andere uit de eighties ontsproten iconen als ijkpunt te nemen: zouden ze de weg van U2 zijn opgegaan, of die van Simple Minds? Met andere woorden: zouden ze nog een klassieker in de mouwen hebben gehad, zoals de Ieren met All That You Can Leave Behind? Of zouden ze, zoals de Schotten, enkel in de kaart van hun trouwste fans hebben blijven spelen?
Ook al braken de laatste platen van U2 evenmin potten, ik ben de eerste om toe te geven dat ze het pleit gewonnen hebben. Ze bleven langer relevant, en oogstten meer bijval en lof voor hun pogingen tot vernieuwing. Simple Minds verraste vorig jaar weliswaar met een geslaagde oefening in "Acoustic", maar hun albums met nieuw materiaal zijn bezwaarlijk klassiekers te noemen. Hier en daar een lichtpunt, ja, op elke plaat wel een paar, maar geen songs die je van je sokken blazen.
Toch blijf ik, beetje tegen beter weten in, 'de nieuwe Simple Minds' steevast een kans geven. Zij kleurden met New Gold Dream per slot van rekening méér mijn jeugd dan U2 met October. Zij gaven me per slot van rekening ook mijn allereerste concertervaring, die oktober in 1985 in Vorst-Nationaal. Zulke dingen blijven hangen.
Maar die nieuwe plaat, tja neen, die is dus eens te meer geen hoogvlieger. Wat vooral opvalt is dat Simple Minds meer sound dan song is geworden. Dat gezwollen, kamerbrede (en voor fans: imposante) geluidstapijt is er nog steeds. Maar de songs? Die beklijven nauwelijks. Dan was ik de voorbije week heel wat meer te spreken (nu komen we eindelijk tot de tvwd) over de meest recente worp van OMD. Niet veel van verwacht, van die eind 2017 verschenen "The Punishment of Luxury". Maar kijk, de groep rond de twee stijve Britse synthheads-op-leeftijd (die er nog steeds uitzien als boekhouders) weet een goed evenwicht te vinden tussen de meer experimentele 'Kraftwerk Light' songs uit hun vroege periode en de meer commerciële periode.
Labels: INXS, OMD, Simple Minds, U2