Het was mooi geweest. We zitten aan tvdw 600 en net in die week heb ik een afspraak met de rockgeschiedenis. Paul McCartney op Werchter, dichter bij de Beatles kom ik niet meer. Neen, de Beatles vonden de popmuziek niet uit, maar ze waren alleszins een directe of indirecte invloed op (erg grofweg geschat, natuurlijk) de helft van mijn zeshonderd tvdw-songs. Dus ja, die tvdw nr. 600 ging naar Macca, dat stond haast vast.
Maar eerlijk: het concert was goed, maar niet memorabel. Ik ergerde me blauw aan het oordeel van sommige rockrecensenten achteraf, die hun Goed Verhaal ("Legende speelt Werchter plat") al op voorhand in de steigers hadden gezet. Ja, voor een 74-jarige kwam Sir Paul nog érg kwiek voor de dag - ik voelde me met mijn pijnlijke rug na een avondje Werchter minstens even oud als de man - maar aan zijn setlist schortte toch het een en het ander. Vooral met de selectie uit de Wings-cataloog tackelde McCartney zichzelf, tot drie keer toe zelfs. Letting Go is niet bepaald een topnummer van Wings en ook het zware Nineteen Hundred and Eighty-Five bracht weinig lachende gezichten op de wei. En dan moest het eerste bisnummer nog komen: Hi-Hi-Hi, nog zo'n belegen seventiesnummer van Wings dat iedereen intussen al vergeten was (en dat live zelfs onfrisse herinneringen opriep aan Slade). Gelukkig nog dat Let me roll it en Band on the Run wél in de setlist zaten. Jet was dan weer een opmerkelijke afwezige.
Nog opmerkingen over die setlist? Eigenlijk wel, ja. Maybe Amazed klonk bijvoorbeeld pijnlijk krampachtig. En zelfs de graai in de Beatles-trommel was bijwijlen ongelukkig. Birthday, tweede greep uit "The White Album" klonk lekker snedig, maar kon als tweede bis maar op een matige respons rekenen. En zelfs dat trio uit kant B van Abbey Road (Golden Slumbers, Carry That Weight en The End) waarmee McCartney zijn concert afsloot: ik snap de symboliek, ook die allerlaatste, beroemde zin uit The End waarmee de man dan afscheid wou nemen ("and in the end, the love you take... enfin, je kent het wel), maar het zorgde wel voor een zwaar, bombastisch einde.
Definitely not a crowd pleaser.
Straffe momenten, waren die er ook? Tja, Blackbird was vanzelfsprekend mooi - maar enige vorm van intimiteit werd al snel onderuitgehaald door de van links overgewaaide beats van Years & Years, die in de tent verderop speelden. En het was mooi om te zien hoe de bekendere Beatlesnummers overal lachende gezichten oogsten - zelfs bij het jonge volkje. Macca's eerbetoon aan George Harrison, Something, was al bij al nog het beste moment van de avond.
Erg blij dat ik de man (en bij uitbreiding de Beatles) van mijn
bucket list kan schrappen, maar geen tvdw. Nu we toch aan het leuteren zijn: Macca heeft trouwens al twee tvdw's op zak (met At the Mercy en Figure of Eight), Lennon ook (met Stand by Me en Whatever gets you through the night). Oh ja, en bijna vergeten, maar wat nà McCartney kwam, was eigenlijk minstens even goed. De set van Disclosure stak knap in elkaar, met een stuwend When A Fire Starts to Burn als hoogtepunt.
Bovenstaand omstandig geargumenteer maakt dat dit de langste post van deze blog wordt. Maar dat mag wel, na 600 nummers. En hey, ik moet nog overschakelen naar RHCP, die dan wél met de tvdw gaan lopen. Niet dat de nieuwe plaat "The Getaway" zo memorabel is. Het goede nieuws: het is een lichtvoetig popalbum, voorzien van een transparante productie van Danger Mouse. Het minder goede nieuws: de plaat is als een suikerspin. Het ziet er aantrekkelijk en zoet uit, maar het is voornamelijk lucht. Klinghoffer weet net als voorganger Frusciante gitaarriedeltjes te verzinnen die als vuurvliegjes rond de songs dwarrelen, maar die songs zelf? Driekwart kan zo in een zoutloze mix met ik-zeg-maar-wat iets van Elton John (hier trouwens te gast) en Right Said Fred. Te horen terwijl je bij de lokale slager staat te wachten op je worsten.
Ik weet het, ik ben wat te hard. Natuurlijk hoeven de Peppers niet tot in den treure met een sok over hun snikkel rappen over Me & My Friends, Party on your Pussy of Subway to Venus. Ze mogen oud worden. En kiezen voor een popcarrière, daar is niets mis mee. Maar wat peper kon toch geen kwaad, al was het maar om hun DNA niet te verloochenen. Enige moment op die nieuwe plaat dat er echt peper te bespeuren valt (ja, NU zijn we er eindelijk!) is bij de slotsong. Niet dat het een gepeperd funknummer is, verre van, maar het is de enige echt avontuurlijke bocht die de Peppers insturen. Dreams of a Samurai neigt zelfs wat naar jazz en progrock.
Over laatstgenoemde muziekgenre gesproken: ik zag Kiedis op Canvas tijdens een kort interview voor het optreden in Werchter zeggen dat zijn vroegste muzikale herinnering tweevoudig was. Neil Youngs Heart of Gold, oké, maar ook Roundabout van Yes. Nou!
Labels: Beatles, Paul McCartney, Red Hot Chili Peppers