TVDW 28/08/2022 - Cock Robin - Just Around the Corner (1987)
Altijd fascinerend om te zien hoe een retro-act een concert aanpakt. Sommigen houden zich keurig aan de hits van weleer en komen met – voor zover ze die voorhanden hebben - een spervuur aan bekende nummers. In het beste geval brengen ze die songs enthousiast en met overgave, in het slechtste geval op automatische piloot.
Andere artiesten kiezen een andere weg en willen benadrukken dat ze ook anno 2022 nog relevant zijn. Dat doen ze op twee manieren. Ofwel doorspekken ze hun setlist met recenter materiaal, onbekend voor iedereen behalve voor de die-hard fans. Als ze echt een statement willen maken, openen ze de set zelfs met een aantal van die nieuwere nummers. Tweede mogelijkheid is het spelen van de bekende hits, maar dan in een ander arrangement – trager, sneller, meer of minder aangekleed. In dat geval zet het de fans in het publiek op een verkeerd been: meeklappen of meezingen wordt moeilijk gemaakt.
Tijdens het voorbije W-Fest in Oostende, een vijfdaagse hoogmis voor wie jong was tussen pakweg 1980 en 1995, zag ik een voorbeeld van elk van de bovenstaande cases. Op mijn (enige) W-Fest dag viel Tony Hadley nog het meest nadrukkelijk in de allereerste categorie. Hij bracht een knappe set met de – weliswaar niet door hem maar door de broertjes Kemp bij elkaar geschreven – hits van Spandau Ballet, van de vinnige opener Instinction (“that’s where it all started”) tot het bombastische Through the Barricades. Het eerbetoon aan Freddie Mercury, Radio Gaga, was een crowdpleaser tussendoor, maar wat mij betreft niet echt nodig.
Ook ABC bracht een set volgens het adagium ‘give the people what they want’ – al smokkelden ze er ook twee tracks in van “Lexicon of Love Part 2”, die prima comebackplaat van een paar jaar terug. ABC slaagde erin om de stijlvolle vibe van hun meticuleus geproducete albums ook live te reproduceren, met orchestrale, zwierige arrangementen.
Ik keek erg uit naar het concert van Del Amitri, want ik heb een boon voor de groep (en met name voor “Twisted”, een van de beste albums van midden jaren negentig). Maar de band stelde teleur, meer nog door hun apatische, onbezielde performance dan door de songs zelfs. Dan liever Deacon Blue, de Schotse band die in de jaren tachtig een beetje de Prefab Sprout van den Aldi was: ook een vrouwenstem in steun en ook in de categorie soulpop, maar met net iets minder aanzien en relevantie. Live kwamen ze echter prima voor de dag, met veel goesting en een set waarin zelfs de recentere nummers overeind bleven. Toen ze aan het slot Dignity inzetten, was dat toch een Momentje, vond ik.
Cock Robin durfde het net als Deacon Blue aan om hun concert met recent materiaal af te trappen, maar die beslissing was nogal ongelukkig. De topzware nummers vielen plat op hun buik op de wei en toen de hits dan kwamen, kregen die eigenzinnige nieuwe arrangementen die nogal, euh, hit-and-miss waren. En toch, en toch. Toen Peter Kingsberry, nog altijd verrassend goed bij stem, Just Around the Corner speelde in een radicaal uitgebeende versie, rolden de tranen net niet van mijn wangen. Geen Momentje, maar een heus Moment.
Tot slot nog een amusante toevalligheid die me aan het eind van de avond te binnen schoot. Uitgerekend op een festival in de stad die voor Marvin Gaye zo belangrijk was, werd de naam van de soulzanger genamedropt tijdens de concerten van die dag. Niet een keer, maar zelfs twee keer. ABC bezong hem in When Smokey Sings, Tony Hadley in True. Passend, toch?
Labels: ABC, Cock Robin, Deacon Blue, Del Amitri