TVDW 25/10/2020 - The Meters - Just Kissed My Baby (1974)
Een van de leukste gevolgen van enerzijds een muziekliefhebber te zijn en anderzijds een vrij uitgebreide muziekcollectie te hebben, is dat de kleinste aanleiding, hoe onbenullig ook, genoeg kan zijn om in je verzameling te duiken en er deze of gene plaat (of cd) uit te plukken en te beluisteren. Een plaat van The Meters bijvoorbeeld, waar we het zo meteen over hebben, voor het eerst in je kast schuiven, kan je plots goesting doen krijgen om die plaat van Metro nog eens op te leggen. Je weet wel, dat groepje van Peter Godwin en Duncan Browne, die beide tijdens hun solocarrière auteur waren van een half hitje, resp. Images of Heaven en Wild Places, en samen als Metro de song Criminal World schreven, later gecoverd door David Bowie op het Let's Dance-album. En ja, ik weet het, we wijken af, maar het is mijn blog. Of dat je, neen mijn redenering is nog niet af, zin hebt om Mental As Anything nog eens op te leggen, een als ik me niet vergis Australisch groepje dat een radiohit had met het nogal cheezy Live it Up. De kleinste aanleiding waarvan in het begin sprake, is in geval - dat had je al geraden - simpelweg dat The Meters op het schap een plaatsje opeisen pal tussen Metro en Mental As Anything in.
Een andere reden om plots ongelooflijk zin te krijgen om naar de platenkast te hollen, is het lezen van een boek over muziek. "31 Songs", het boek van Nick Hornby, die man die zo schitterend over muziek kan schrijven, graaide ik enkele weken terug mee van bij een uitverkoop van een bibliotheek. Het lezen ervan zorgde dat mijn platenspeler twee onvermoede platen te verwerken kreeg, omdat Hornby het op een bepaald moment heeft over The J. Geils Band en hun lillende coverversie van het door Smokey Robinson gepende First I Look At the Purse, opener van het stomende live-album Full House, en over The Bible, een inmiddels in de obscuriteit verzeild geraakte eightiesband. Zowel J. Geils Band als The Bible zijn trouwens houder van een tvdw, maar dit terzijde. Ik haal het boek hier aan, omdat ik er een paar zinnen van wil opnemen - al was het maar om ze niet kwijt te geraken. "De vloer aanvegen met de smaak van onze kinderen is een van de weinige genoegens die resteren als we oud en overtollig worden en cultureel uitgerangeerd raken" is er eentje. Ik kan hier wat kanttekeningen en persoonlijke reflecties aan hangen, maar het stopt ergens natuurlijk. Een tweede ging over klassieke muziek, waarover popliefhebber-tot-in-de-kist Hornby zegt: "Ik reageer nooit op Mozart of Haydn als muziek, alleen als iets waardoor de kamer tijdelijk anders ruikt, als door een geurkaars." Elders in het boekje "31 Songs" schrijft Hornby iets over hoe een song van Van Morrison op de begrafenis van de auteur mag worden gespeeld - hij beschrijft het op een manier die me hardop aan het lachen bracht (- als dat geen wortel is die voor je neus hangt. Kopen, dat boek!).
Dit alles heeft hoegenaamd niets te maken met The Meters - al heb ik een sterk vermoeden dat Hornby de groep wel kan smaken. De tvdw komt er omdat enkele weken geleden "Rejuvenation" in de brievenbus viel en sindsdien talloze luisterbeurten kreeg. The Meters maakten op die manier een erg grote bocht om uiteindelijk in mijn collectie te belanden. Een bocht die start begin jaren tachtig bij "Freaky Styley" van de Red Hot Chili Peppers, maar dat schreef ik al bij de eerste tvdw voor The Meters, een klein jaar geleden. Bij "Freaky Styley" hoorde ik vermoedelijk voor de eerste keer in mijn leven funk (on second thought denk ik dat het bij Piece of the Rock van Mother's Finest was), maar eenmaal je het originele spul, the real deal, hoort, dan weet je pas echt wat funk is. The Meters, dat is de pure, onverdunde funk - zonder additieven of kleurstoffen.
Labels: Bible, J. Geils Band, Meters