Dat de tvdw deze week uit het festivalcircuit zou komen, stond in de sterren geschreven. Neen, dan heb ik het niet over Woodstock (dit weekend 50 jaar oud), want met dat festival heb ik eigenlijk niet veel. Wel over Pukkelpop, het festival dat ik voor het eerst bezocht in 1988 (!! - amper de vierde editie!!) maar dat ik intussen al vele jaren links liet liggen, in hoofdzaak wegens niemand om mee op te trekken.
(Dat laatste klinkt zieliger dan het is hoor).
Dat ik dit jaar wel kon gaan, met een van mijn beste vrienden dan nog, had ik te danken aan mijn petekind, die ik zeven jaar terug binnenloodste bij PKP en die intussen een stevige steunpilaar in de organisatie is. We kozen voor de zondag, dus stond het fenomeen Billie Eilish meteen in pole position voor een tvdw. Omdat haar debuut zo'n boeiende plaat is, dankzij de duistere, erg afwijkende bedroom productie van Billie's grote broer. En omdat haar songs de laatste maanden sowieso niet weg te branden zijn ten huize Koop. Op PKP waaide de subtiele productie van het album natuurlijk weg, maar in de plaats was het wel gefascineerd kijken naar Billie zelf, die met jeugdige branie en een charmante wie-doet-mij-wat houding de wei inpakte. Knap hoe ze overeind bleef, ondanks die opvallend rustige set met veel downtempo, soms wat torch songs-achtige nummers. Geen blijk trouwens van de arrogante, vervelende uitstraling die Eilish graag etaleert op affiches en in clips - gelukkig maar.
Billie mocht dan al de meest besproken act van de zondag (en van de hele festivalzomer,
for that matter) zijn, ze was niet de enige PKP-artiest die aanspraak maakte op een tvdw. Ook Anderson Paak overtuigde met zijn zonnige, soulvolle, funky set - al had hij net iets strakker uit de hoek mogen komen. Retestrak was dan weer de set van Kelis,
every inch a woman die een erg langgerekte, overweldigende medley op een uitgekookte manier jongleerde met R&B, Europese EDM, house en old school electro. Net als toen ik haar de eerste keer zag op PKP, editie 2000 was dat, bracht ze ook nu een flard Smells Like Teen Spirit, maar net zozeer Donna Summer's I Feel Love, om af te sluiten met een powerhouse versie van A Capella.
Nog tvdw-waardig materiaal? In de Boiler Room had ik het, toegegeven tot mijn verbazing, prima naar mijn zin. Omwille van de verbluffende laser show, die synchroon met de beats een geweldige sfeer opleverde, met name bij de wat zweverige, spacy set van (de mij voor het overige onbekende) Belg Maxim Lany. Hoezeer ik aangenaam verrast was in die Boiler Room, zo teleurgesteld was ik in de Marquee bij de twintig minuten van The National die ik er meepikte. Ik moet de enige zijn, getuige alle laaiende reacties overal, maar ik stoorde me aan het wat belegen kijkstuk en de soms weinig toonvaste stem. Het leek me ook plots allemaal vreselijk oubollig, in vergelijking met zowat al het andere op het festival.
Bon, uitvoerige uitleg, maar waar blijft de link met Stevie Wonder - want die speelde natuurlijk niet op PKP?!? Wel, simpel: Don't you worry 'bout a thing, die geweldige song uit het al even geweldige "Innervisions", zat in de set van Susobrino, een DJ die in de vroege namiddag in de Booth speelde, het kleinste van de acht podia van PKP. Het was zo'n onverwacht kippenvelmoment waarop alles in de plooi viel: drankje in de hand, (water)zonnetje dat uitkomt, die song die op het juiste moment in de mix dropt en mooi volk rond je dat meezingt. Heerlijk.
Labels: Billie Eilish, Kelis, Stevie Wonder