Wednesday, January 27, 2016

TVDW 24/01/2016 - Don Pullen - Capoeira (1990)


Omi. Zegt het u iets? Mij alvast niet hoor, maar 't is een Jamaicaanse dude die momenteel een hit heeft met Cheerleader. Een aanstekelijk deuntje, dat toevallig twee zondagavonden na elkaar in de airwaves opdook, tijdens de rit met de dochter richting Leuvens kot. Op MNM natuurlijk, want als de kinderen aan boord zijn, wordt meteen naar die ene zender gezapt. Het had zomaar een tvdw kunnen zijn, dat nummer, omdat de dochter in kwestie het steevast luidkeels meezong. Afgelopen zondag presteerde MNM het dan nog om nadien Stan Van Samang te programmeren. Ja, ook Een Ster werd al even luid meegezongen door diezelfde dochter. Fijne vader-dochter momenten vind ik dat, en die zijn al wel meer aanleiding geweest voor een tvdw.

Maar ik blijf deze week toch maar in mijn comfort zone en pluk de tvdw uit de cd die ik, na het droppen van de dochter in Leuven, bij de avondlijke rit huiswaarts in de cd-lader schoof. De cd "Afro Blue" is een van de kleine tien Blue Note-verzamelaars die ik heb. Ze zijn, zoals je het van het gerenommeerde label mag verwachten, steevast zorgvuldig samengesteld, met 24-karaats tracks en boeiende liner notes in het cd-boekje. Op het genoemde "Afro Blue" staan kleppers als Lee Morgan en Art Blakey, maar ook een voor mij onbekende artiest als Don Pullen. Diens track Capoeira vond ik uiteindelijk nog het sterkst. Begint wat aarzelend, maar na een minuut start het lekkers. Luister hoe de muzikanten elkaar gaandeweg opzwepen, wat resulteert in een manische toetsenspel aan het slot, waarna de muzikanten het indicatiefje van het begin nog eens herhalen en alles zo mooi in de plooi valt.

Labels: , ,

Thursday, January 21, 2016

TVDW 17/01/2016 - Les Paul - Lover (1947)


Over enkele dagen, op 27 januari, viert de rock 'n roll haar zestigste verjaardag. Althans, voor wie de verschijningsdatum van Elvis' single Heartbreak Hotel als ijkpunt neemt. Het hele jaar '56 kan als geboortejaar worden beschouwd, vermits - zoals StuBru het oplijst - ook de eerste rockfilm (Rock Around The Clock) in dat jaar verscheen en Johnny Cash met I Walk the Line een miljoenenhit scoorde.

't Is maar een mening natuurlijk. Anderen wijzen voor de geboorte van de rock naar Rocket 88, die single van Ike Turner die al in 1951 werd opgenomen. Nog anderen - zoals de makers van de uitstekende, door George Martin gesuperviseerde documentaire Soundbreaking - kijken naar Charlie Christian en de manier waarop die de elektrische gitaar binnenloodste bij Benny Goodman. In 1939 was dat.

Aan dat alles moest ik denken toen eerder deze week Les Paul op de draaitafel belandde. Paul stond te prijken op de verzamelaar "Stereo à la Carte vol. 2". Dat is een plaat van eind jaren zestig, uitgebracht onder de vlag van Phase 4 Stereo. Alleen daarover kunnen enkele bladzijden vol worden geschreven. Phase 4 Stereo werd in die tijd binnengehaald als het neusje van de zalm in geluidsbeleving, schermend met 20-sporen opnametechniek. Een tweehonderd platen werden onder die omstandigheden opgenomen - je vindt ze tegenwoordig regelmatig terug in uitverkoopbakken, niet zelden voorzien van sixties stoeipoezen op de hoes.

Les Paul is natuurlijk ook een iconisch figuur in de ontwikkeling van de rock 'n roll. In de jaren vijftig zou hij de rock een definitieve zet in de goede richting geven door de Gibson Les Paul te maken, de gitaar die Eric Clapton en Keith Richards wereldfaam bezorgde (en vice versa). Maar de kiem zaaide hij al veel vroeger, in 1941, toen hij in zijn garage sleutelde aan wat hij later zou omschrijven als The Log, een iconische elektrische gitaar waarmee hij de muziekwereld op zijn kop zette. Met name dan toen hij in 1947 The Log gebruikte om Lover op te nemen, een cover van een obscure Rodgers & Hart compositie. Les Paul combineerde verschillende - soms versnelde, dan weer vertraagde - opnames om tot een uniek resultaat te komen. Lover snelt voorbij in amper iets meer dan twee minuten. Het is een van die bepalende duwtjes in de rug, voor wat rock 'n roll zou worden.

.

Labels: , , ,

Monday, January 11, 2016

TVDW 10/01/2016 - Chuck Mangione - Land of Make Believe (live) (1978)


Ik had de tvdw beter gisteren opgeschreven; vandaag is alles overvleugeld door het heengaan van David Bowie.

Zijn heengaan heeft me alleszins meer aangegrepen dan dat van geestes- en leeftijdsgenoot Lou Reed (wiens "Transformer" natuurlijk zo sterk door DB werd beademd). Een onvoorwaardelijk Bowie-kenner kan ik mezelf bezwaarlijk noemen, maar ik heb toch een tiental albums van de man op cd of vinyl. Een bedenking die ik me vandaag maakte en die duidelijk maakt dat Bowie toch een universum op zich is: zijn songs werden zelden op een treffende, straffe manier gecoverd door anderen. En ook al liet hij zich graag inspireren door anderen en moedigde hij kruisbestuivingen aan, toch zijn ook zijn samenwerkingen op plaat eerder zeldzaam. Een duetje met Tina Turner, eentje met Mick Jagger voor Live Aid - en dan natuurlijk nog die eenmalige, magistrale spielerei met Queen, Under Pressure. Eenmalig is niet helemaal juist, Bowie en Queen deden nog een gooi naar een tweede song, door samen de door John Deacon geschreven, uitgebeende funksong Cool Cat op te nemen - maar dat haalde de plaat ("Hot Space") niet. Wel te vinden op youtube, natuurlijk.

Mijn favoriete DB song? Ik twijfel tussen Ashes to Ashes (al was het maar omdat Bowie er mijn geliefde Action Men in namedropt) en Fashion (al was het maar omdat ik dat nummer keer op keer draaide toen ik nog DJ was voor de studentenfuiven in Leuven, way back). En mijn favoriete cover? Geen idee, maar de noot per noot meticuleus gekopieerde cover van datzelfde Ashes to Ashes door Tears for Fears is alleszins wel de moeite om eens te horen.

Over naar de tvdw - waaraan ook wel een anecdote vasthangt, ik gooi 'm maar even in cyberspace. Pakweg twintig jaar geleden nodigde Katriens baas ons uit voor een etentje bij hem thuis. Natuurlijk leuterden we al snel een eind weg over muziek, de man was bijvoorbeeld een grote fan van Frank Zappa. Plots kwam hij aandragen met een plaat van Chuck Mangione. De afkeurende reactie en de smalende blik die ik mocht ontvangen toen ik toegaf nooit van de man te hebben gehoord, zijn me altijd bijgebleven.

Ik dacht eraan terug toen ik vorige week An Evening of Magic - Live At The Hollywood Bowl voor een prikje op de kop kon tikken. De dubbelaar serveert 100 minuten boeiende jazzfunk, met nu eens meer nadruk jazz, dan weer op funk. Mangione zelf bespeelt de flugelhorn (bugel) en wordt niet enkel gesteund door een jazzkwartet maar tevens door een 70-koppig symfonisch orkest. Een fijne kennismaking ("Rijkelijk laat!" - ex-baas van Katrien).

Labels: ,

Wednesday, January 06, 2016

TVDW 03/01/2016 - Ryan Adams - Wildest Dreams (2015)


Hij stond helemaal bovenaan de lijst met Albums Die Ik Te Lang Liet Liggen. Dus ja, ik kom rijkelijk laat aandraven met die éne plaat waarover alle popcritici in 2015 de mond vol hadden.

Er valt heel wat over te zeggen, over "1989". Op zijn Instagram postte Ryan Adams een paar weken terug nog een foto van Prince's "Purple Rain", met als commentaar iets als "all day long, all day long". Waarop een slimme IG'er in zijn commentaar de hint gaf "Your next tribute album?" Ik zou het wel zien zitten. Niet dat alles wat Adams aanraakt, meteen in goud verandert. Daarvoor raakt hij ten eerste veel te véél aan, en ten tweede botst zijn muzikale smaak bij de experimentjes vaak alle kanten op. Maar het is altijd wel boeiend, wat deze 'veelzanger' uitbrengt.

Ik had het voordeel om "1989" onbevangen te kunnen beluisteren. Het gelijknamige oorspronkelijke album van Taylor Swift mocht dan al dé popplaat van 2014 zijn (- en de plaat die haar van countrypop richting wereldster katapulteerde); ik moet toen toch even niet hebben opgelet. Ik zou zelfs niet weten welke hitsingles het album baarde. Het maakt dat de Ryan Adams versie van "1989"voor mij als "just another RA-album" klinkt, zonder de connotaties en parallellen waarmee het gros van de muziekliefhebbers en critici het afgelopen jaar volledige thesissen en traktaten vulden.

Over dat laatste: het valt op hoezeer Ryan Adams' uitstapje polariserend werkt. De ene helft haalt het binnen als een absoluut meesterwerk, de andere kraakt het af. Vooral in de VS werden de messen geslepen, klaar om de golden boy van indierock en altcountry neer te sabelen. Sla er de recensies op Pitchfork en Popmatters maar op na. Erg sterk geschreven (zoals steeds), maar ook erg negatief. De mening van Pitchfork kwam neer op: Kijk doorheen het middelmatig uitgevoerde revisionisme en het enige wat overblijft is 'context'. Het verhaaltje rond de muziek dat met andere woorden boeiender is dan de muziek zelf.

Al even interessant om vast te stellen: hoe de Britse pers dan weer uitgesproken 'pro' was. The Telegraph bedacht het album met een maximum score, The Independent toeterde What’s most impressive about Adams’ 1989 is the experienced troubadour’s eye and ear with which he brings out the material’s underlying strengths, finding melancholy currents lurking beneath supposedly upbeat, celebratory songs.

Ik sluit me aan bij de Britse meningen. Adams' plaat is overduidelijk meer dan een gimmick en het is allerminst een sarcastisch rondje "lachen met een popster door een postmoderne twist te geven aan de songs". Dat in de van oorsprong poppy songs nu een weemoedige, meer dramatische toon sluipt, lijkt evident. Maar zelfs los van deze te verwachten stijlbreuk, is het duidelijk dat de man zijn taak ter harte nam. Hij werkte knappe arrangementen uit en brengt songs (- ook al zijn het in oorsprong niet de zijne) die probleemloos naast tracks uit pakweg "29" of "Cold Roses" kunnen liggen.

Labels: ,